Commune van Parijs

De Commune van Parijs en haar erfenis; een overzicht

Op 18 maart 1871 werd de Commune van Parijs uitgeroepen. In plaats van te luisteren naar de centrale Franse regering, besloten de Parijzenaren zelf een door de Franse Revolutie geïnspireerd beleid te voeren. De commune hield het niet lang vol, na 72 dagen kwam er een bloedig einde aan de opstand. De nalatenschap van de Parijse Commune is tot op de dag van vandaag betwist. Zo was er in Parijs onenigheid of het 150-jarig jubileum van de opstand op 18 maart 2021 wel, of niet, gevierd moest worden. Maar wat gebeurde er nu precies in Frankrijk, dat de Commune van Parijs kon ontstaan? En waarom is de herinnering van de commune nog altijd omstreden?

Context van de Commune

Napoleon III, neef van Napoleon Bonaparte en keizer van het Tweede Franse Keizerrijk verklaarde in 1870 Pruisen de oorlog. De Frans-Pruisische oorlog, die voortkwam uit een incident rondom een telegram over de troonopvolging van Spanje, verliep desastreus voor Frankrijk. Een jaar na zijn oorlogsverklaring werd Napoleon III gevangengenomen en was een groot deel van het Franse leger verslagen bij de Slag om Sedan. De oorlog leek verloren.

Een nieuwe regering

Toen het nieuws Parijs had bereikt dat Napoleon III gevangen was genomen, werd in eerste instantie de Derde Franse Republiek uitgeroepen. Deze republiek moest de orde herstellen en de oorlog met Pruisen doorzetten. Omdat een groot deel van het Franse leger verslagen was bij de Slag om Sedan, bestond de Franse verdediging in Parijs voornamelijk uit de Nationale Garde. Dit was een militie van met name arbeiders en de Garde stond bij de regering bekend om haar ongehoorzaamheid en onbetrouwbaarheid.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Ondertussen bereikte het Pruisische leger in september 1870 de Franse hoofdstad en besloot het de stad te belegeren. Gedurende een strenge en lange winter werd Parijs omsingeld. Massale werkloosheid, hongersnood, ziektes en voortdurend Pruisisch artillerievuur teisterden de stad.

Het parlement van de nieuwe republiek zag zich door de belegering van Parijs en haar militaire zwakte genoodzaakt vrede te sluiten met Pruisen. Op 24 februari 1871 sloten de nieuwe Franse Derde Republiek en Pruissen daarom een wapenstilstand. De Frans-Pruisische oorlog kwam tot een einde, maar in Parijs zou een nieuwe oorlog uitbreken.

De Commune van Parijs

Tijdens de Pruisische belegering van Parijs waren de spanningen meermaals hoog opgelopen. In januari 1871 was er bijvoorbeeld al een protest geweest om het leger onder burgerlijk leiderschap te plaatsen en direct een commune te stichten. Dit protest kon het Franse leger nog neerslaan.

Maar op 18 maart sloeg de vlam definitief in de pan en brak er een opstand uit toen de Franse regering een aantal kanonnen van de Nationale Garde weg wou halen uit een arbeiderswijk in Parijs. De leiding van het reguliere Franse leger zag de Garde, die inmiddels uit ruim 200,000 veelal ontevreden Parijzenaren bestond, als een bedreiging voor hun macht en wilde het volksleger daarom graag weer ontwapenen. De kanonnen moesten zo snel mogelijk onder controle van het Franse leger komen. De poging van het leger om de kanonnen te confisqueren mislukte na een confrontatie met grote groepen protesterende huisvrouwen en haastig opgetrommelde gardisten. Een deel van het weinig gemotiveerde leger sloot zich aan bij de Nationale Garde en na enkele schermutselingen met loyale troepen werden twee generaals van het Franse leger zelfs standrechtelijk geëxecuteerd. Diezelfde dag werden het leger en alle politieke ambtsdragers uit de stad geëvacueerd. De revolutionair gezinde Nationale Garde maakte nu de dienst uit in Parijs.

Verschillende factoren speelden een rol in de opstand van de Parijzenaren. Tijdens de belegering van Parijs was een groot deel van de bevolking geradicaliseerd geraakt. Algehele ontevredenheid over de belegering en het verloop van de Frans-Pruisische oorlog was vermengd geraakt met onvrede over de economische situatie en gebrek aan erkenning voor hun lijden door, en strijden tegen, Pruisen. Dit had geleid tot radicalisatie en onrust. Daarnaast hadden de meeste leden van de rijke Parijse elite de stad verlaten, wat voor een machtsvacuüm zorgde dat gevuld werd door de arbeidersklasse. Ook verloor de Franse regering politieke legitimiteit door haar militaire incompetentie en het feit dat de Parijzenaren tijdens de belegering leden aan hongersnood en epidemieën, terwijl de regering op veilige afstand in Tours en Bordeaux had gezeten.

Commune van parijsTien dagen na de aftocht van het Franse leger riep het centrale comité van de Nationale Garde een verkiezing uit. Dit comité was in eerste instantie opgezet om de stad te verdedigen, maar regeerde inmiddels de facto de stad. De verkiezingen werden gewonnen door Jakobijnen, Blanquisten, en verschillende andere soorten socialisten en revolutionairen. De Commune van Parijs werd op 26 maart uitgeroepen.

De Parijse Commune voerde een beleid wat sterk deed denken aan de Franse Revolutie van 1789. Onderwijs zou voor iedereen gratis moeten zijn, er moest een minimumloon komen, de jakobijnse kalender moest opnieuw worden ingevoerd en staat en religie moesten weer gescheiden worden. In de nieuwe commune speelden ook vrouwen een belangrijke rol. De Franse tricolore werd vervangen voor een rode vlag. De Parijse Commune, met al haar revolutionaire ideeën, was dus een feit, maar voor hoelang?

Het einde van de Commune

Parijse CommuneParijs was niet de enige stad waar een commune was uitgeroepen. Er waren rond 1870 soortgelijke communes ontstaan in Lyon, Saint-Étienne, Marseille en Toulouse. Deze volksbewegingen werden echter snel neergeslagen, waarna de commune van Parijs de enige was die nog weerstand probeerde te bieden aan de centrale Franse regering.

De Franse regering, die tijdelijk in Versailles resideerde, vond de ideeën die rondgingen in de Commune van Parijs veel te radicaal, en besloot dat de hoofdstad weer onder controle van de staat moest worden gebracht. De Parijse Commune zou haar einde vinden in de semaine sanglante (de bloedige week) van 21 tot 28 mei 1871. Tijdens deze strijd viel het reguliere leger de stad binnen en werd er in de straten van Parijs, waar de leden van de Commune barricades hadden opgezet en publieke gebouwen in de brand hadden gezet, bitter gevochten tussen de troepen van de Commune en het reguliere leger.

Parijse CommuneDe Nationale Garde bleek niet opgewassen tegen het professionele Franse leger. Tijdens de strijd executeerden de terugtrekkende revolutionairen tientallen vooraanstaande burgers, priesters en politieagenten. Nadat de laatste soldaten van de Commune zich hadden overgegeven, was het bloedvergieten nog niet voorbij. De revolutie werd hardhandig onderdrukt door het Franse leger. Op verschillende plaatsen in Parijs werden duizenden gevangengenomen burgers, vaak volstrekt willekeurig, geëxecuteerd. 25,000 Parijzenaren werden vermoord en 40,000 Parijzenaren werden gearresteerd. De verdediging van Parijs was verslagen, de Parijse Commune kwam ten einde, en de centrale regering van Frankrijk zegevierde.

De betwiste erfenis van de Commune van Parijs

De Commune van Parijs hield het dus 72 dagen vol. Haar erfenis is inmiddels al 150 jaar omstreden. Voornamelijk linkse groepen maken aanspraak op de geschiedenis van de Parijse Commune. Karl Marx zag de Commune als het eerste voorbeeld uit de geschiedenis van een ‘dictatuur van het proletariaat’. Voor communistische historici is de Commune dus het gevolg van klassenstrijd, en staat ze in lijn met de revoluties van 1848 en 1917.

Toch is er ook binnen linkse kringen onenigheid over wie de echte erfgenamen van de Commune zijn. Voor aanhangers of sympathisanten van Marx is de Parijse Commune een socialistisch voorbeeld van een dictatuur van het proletariaat en zij zien bijvoorbeeld de sociale bijstand als belangrijk socialistisch punt. Anarchisten zien de directe organisatie van de Commune, en strijd tegen de centrale staat, als belangrijkste punt. De antiautoritaire instelling van de Commune is voor hen een bron van anarchistische inspiratie.

Aan de andere kant van het politieke spectrum zien veel conservatieven of meer rechts georiënteerden de Parijse commune juist als het schrikbeeld van een toestand zonder respect voor eigendom of orde. Zij wijzen naar het bloedvergieten zoals de executies van priesters door de Parijzenaren. De Commune wordt zo gedeligitimiseerd, en de opstandelingen gecriminaliseerd.

Ook de viering van het 150-jarig bestaan van het uitbreken van de opstand op 18 maart 2021 ontaarde in felle discussies in Parijs. De socialistische burgemeester Anne Hidalgo zag aanleiding voor een feest. Onder het motto ‘Nous la Commune’ werden plannen gemaakt voor seminars, exposities en concerten. Bij conservatieve gemeenteraadsleden stuitten deze viering op hevig verzet. Woordvoerder Rudolph Granier, van de rechtse politieke partij Les Républicains, zei volgens een verslag van Le Monde geen cent subsidie te willen geven aan de organiserende vereniging. De leider van deze vereniging, een communist, zou ‘de gewelddadigste gebeurtenissen van de Commune verheerlijken. Partijgenoot van Granier, David Alphand, vond dat ‘links’ een te rooskleurig beeld schetst van de opstand, en dat het tijd is de tragische gebeurtenis beter te onderzoeken.

Tegelijkertijd zijn het nu de ‘gele hesjes’, een grote protestbeweging in Frankrijk die voornamelijk bestaan uit Fransen aan de rechterkant van het politieke spectrum, die de erfenis van de Parijse Commune proberen te claimen. Zij zien zichzelf, net als de bewoners van de Commune van toen, als harde werkers die benadeeld worden en hetzelfde propageren als de Parijzenaren in 1871; directe democratie. Niet alleen linkse groepen, maar ook de voornamelijk rechtse gele hesjes, proberen dus aanspraak te maken op de erfenis van de Commune. Zo is de korte geschiedenis van de Parijse Commune van 1871 na 150 jaar nog altijd omstreden.

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Jan van Schaffelaar

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis Magazine 4

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 30 mei. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!