Geschiedenis van de luchtfotografie

De geschiedenis van Luchtfotografie

Het Nederlands Instituut voor Militaire geschiedenis heeft duizenden luchtfoto’s van Nederland openbaar gemaakt. De foto’s laten Nederland van boven zien tijdens de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Hoe ontstond de luchtfotografie eigenlijk?

De allereerste foto’s uit de lucht

De eerste luchtfoto’s werden gemaakt door de Fransman Gaspar Felix Tournachon. In 1855 begon hij te experimenteren met foto’s die hij vanuit ballonnen maakte. Dat ging niet helemaal vanzelf. Pas drie jaar nadat hij begon met zijn experimenten, lukte het hem om een goede foto te maken. Dat klinkt overdreven, maar is eigenlijk geen grote verrassing. De fotografie was nog maar net uitgevonden. De fotocamera’s van die tijd waren eigenlijk draagbare donkere kamers, grote en logge apparaten dus. Extra moeilijk waren de belichtingstijden. De eerste camera’s hadden belichtingstijden van een kwartier of zelfs langer. Het was voor Tournachon niet makkelijk om die grote apparaten veilig in een ballon op tachtig meter hoogte te krijgen en er een goede foto mee te ontwikkelen.

Schets van Tournachon in zijn ballon. Honoré Daumier [No restrictions or Public domain], via Wikimedia Commons

Ballonnen, duiven en raketten

Het werk van Tournachon kreeg al snel navolging. Camera’s werden niet alleen aan ballonnen de lucht in gestuurd, maar ook met vliegers. Dat vereiste nog wel wat extra creativiteit van de fotografen. Waar de fotograaf met een grote luchtballon nog mee de lucht in kon om de foto af te drukken, in een vlieger kon dat niet. Arthur Batut vond daarom in 1889 een voorloper van de zelfontspanner uit. Met een langzaam brandend lont, dat in verbinding stond met een systeem op de grond. Als de vlieger opsteeg werd het lont aangestoken, waardoor de foto werd afgedrukt als de vlieger hoog in de lucht was.

De techniek van de fotografie ontwikkelde zich razendsnel, waardoor camera’s kleiner werden en sluitertijden korter. Zo konden camera’s worden ontwikkeld die klein genoeg waren dat een duif ermee kon vliegen. De speciale camera’s wogen slechts zeventig gram. Ook de zelfontspanner was inmiddels flink doorontwikkeld, want een verbinding met de grond was niet meer nodig. Tijdens een internationale tentoonstelling in Dresden, in 1909, werden de camera-duiven ingezet en de foto’s waren tijdens de tentoonstelling een enorm verkoopsucces.

geschiedenis van de luchtfotografie

Het bleef niet bij duiven en ballonnen. Ook raketten werden gebruikt om camera’s op grote hoogtes te brengen. Alfred Nobel wist al in 1897 als eerste met behulp van een raket een luchtfoto te maken. Zijn techniek werd al snel verbeterd en in 1906 lanceerde de Duitser Albert Maul een raket die een fotocamera tot een hoogte van 2600 voet (bijna 800 meter) wist te krijgen voordat de camera met een parachute weer veilig op de grond neerkwam.

Luchtfotografie voor het leger

Deze experimenten werden nauwgezet gevolgd door de strijdmachten van verschillende Europese landen. Maul presenteerde zijn raketten nog aan het Oostenrijkse leger, maar aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog kozen de Oostenrijkers liever voor het betrouwbaarder geachte vliegtuig.

Luchtfotografie tijdens de Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de luchtfotografie echt volwassen. Om de stellingen van de vijand goed in kaart te brengen, werd veelvuldig gebruik gemaakt van luchtfotografie. Al in de jaren voor de oorlog begonnen de legers te werken aan technieken om de luchtfotografie zo efficiënt mogelijk te maken. De Britten vonden in 1912 uit dat wanneer verticaal genomen foto’s elkaar overlappen er een stereoscopisch effect ontstaat. Als die foto’s werden bekeken door een stereoscoop ontstond er een dieptewerking, waarmee de legers niet alleen de locatie van loopgraven en gebouwen konden zien, maar ook een idee konden krijgen van de hoogte van het terrein. Dat was weer vitale informatie voor de soldaten in het veld. De Fransen ontwikkelden op hun beurt in 1913 een techniek waarmee foto’s in een recordtempo voor de officieren in de loopgraven beschikbaar waren.

Honderdduizenden luchtfoto's

Tijdens de wapenwedloop tijdens de oorlog werd de techniek van luchtfotografie zo verfijnd dat tegen het eind van de oorlog de legers aan beide zijden van het front in staat waren het front meerdere keren per dag doormiddel van luchtfoto’s in kaart te brengen. Toen de oorlog in 1918 afliep, waren er bijna een half miljoen foto’s gemaakt. Hoe hard de ontwikkeling van de luchtfotografie was gegaan, bleek ook uit een missie waarbij vijf Britse piloten in twee weken tijd meer dan 1600 vierkante kilometer van het Turkse front fotografeerden. Onderwijl trotseerden de piloten luchtafweergeschut, stormwinden en vijandelijke vliegtuigen.  

Luchtfotografie door het Nederlandse leger

Na de oorlog werd de luchtfotografie steeds verder gecommercialiseerd. Ook de Nederlandse Luchtvaartafdeeling, de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht bracht het land in kaar met foto’s, zodat strategisch belangrijke plaatsen zo precies mogelijk in kaart konden worden gebracht. Maar de luchtfoto’s bleken niet alleen geschikt voor militaire doeleinden. Ze waren ook nuttig voor bijvoorbeeld het kadaster, dat met luchtfotografie veel beter kon zien waar gebouwen precies stonden. Maar foto’s die de Luchtvaartafdeeling maakte, hadden soms ook een haast journalistieke waarde, al is het niet zeker dat ze ook met dat doel zijn gemaakt. Tussen de foto’s die het NIMH in augustus 2018 vrijgaf, zitten namelijk ook foto’s van Borculo, die zijn gemaakt vlak nadat er een tornado over de stad heen was getrokken.

geschiedenis van de luchtfotografie

Bijna een eeuw nadat ze gemaakt zijn, zijn de voorheen militaire foto’s nu vrijgegeven aan het publiek. Tegen de NOS vertelde een woordvoerder van het NIMH dat het instituut hoopt dat het publiek met de foto’s aan het werk gaat, om er mooie dingen van te maken. “Dat kán en is ontzettend leuk.” De foto’s zijn beschikbaar op de website van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

Bronnen:

Afbeeldingen:

  • Britse luchtverkenner met een camera aan de zijkant van het vliegtuig. Royal Flying Corps [Public domain], via Wikimedia Commons
  • Schets van Tournachon in zijn ballon. Honoré Daumier [No restrictions or Public domain], via Wikimedia Commons
  • Duif met een camera. Bundesarchiv_Bild_183-R01996,_Brieftaube_mit_Fotokamera.jpg: o.Ang.derivative work: Hans Adler [CC BY-SA 3.0 de ], via Wikimedia Commons

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

IJsbeerverhalen uit het Behouden Huys - Nova Zembla, 16de eeuw

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Jan van Schaffelaar

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt