Videobellen

De Picturephone: een mislukte uitvinding die toch gezien wordt als een technisch succes

Tegenwoordig videobellen we wat af. Zeker sinds de coronacrisis het lastig maakte om elkaar persoonlijk te kunnen zien, biedt videobellen de mogelijkheid om elkaar toch even in de ogen te kunnen kijken. Het lijkt op het eerste oog een vrij recente ontwikkeling door de komst van smartphones en nieuwe technologie, maar voor het eerste videotelefoontje moeten we decennia terug. De doorbraak kwam in de jaren ’60, toen de Picturephone werd ontwikkeld. Althans, dat was de bedoeling.

Videobellen

De Picturephone werd in de jaren ´60 van de vorige eeuw op de markt gebracht, maar de voorloper van het videobellen werd al aan het einde van de 19e eeuw ontwikkeld. Toen werden de eerste stappen gezet met de telectroscoop: een soort verrekijker waarmee je gezichtstrekken van mensen van veraf kon zien. De verdere ontwikkeling van het videobellen kwam pas in de jaren ´20 van de vorige eeuw op gang, dit liep gelijk met de ontwikkeling van het telefonisch bellen. AT&T´s Bell Labs en uitvinder John Logie Baird gingen toen de mogelijkheid van het videobellen verder onderzoeken. De video moest als een aanvulling op het gebruik van de telefoon dienen, Baird en AT&T´s Bell Labs waren van mening dat videotelefonie beter zou zijn dan gewone spraakcommunicatie. En in 1927 was het dan zover, een prototype van de mechanische scan televisie van AT&T´s Bell Labs kon getest worden. Herbert Hoover, toen nog minister van Handel, deed mee met het experiment en het lukte om de audio en de video van het gesprek vanuit Washington D.C. naar het kantoor van AT&T in New York te verzenden, maar de video kwam maar van één kant van de lijn.

In de jaren daarna ging het onderzoek naar beeldbellen door, maar wel sterk vertraagd. Naar alle waarschijnlijkheid kwam dit door de Tweede Wereldoorlog. Toch kon eenvoudige openbare, analoge communicatie met video en audio al wel tot stand worden gebracht na de komst van de televisie. Dit bestond uit twee gesloten televisiesystemen die via een coaxkabel of een radio met elkaar waren verbonden. Een voorbeeld hiervan is het ´s werelds eerste openbare videotelefoonnetwerk dat de Reichpost, de Duitse postdienst, in 1936 in gebruik nam. Coaxkabels verbonden Berlijn tussen 1936 en 1940 met beeld en geluid via de televisie met andere Duitse steden.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


De eerste Picturephone

In de loop van de jaren ´50 werd het bezit van een televisie steeds normaler en ontstond er ruimte om ook beeld bij het telefoneren te ontwikkelen. In de Verenigde Staten deed het AT&T´s Bell Labs al in de decennia daarvoor uitgebreid onderzoek naar de ontwikkeling van videotelefoons. Nadat het laboratorium in 1927 al een succesvol prototype had getest met Herbert Hoover, probeerde het in de jaren daarna ook nog met andere prototypes. Maar die waren niet altijd succesvol. In 1930 verzond een prototype van de videotelefoon een gecomprimeerde video via verschillende telefoonlijnen, maar dit bleek een erg onpraktische en bovendien dure methode te zijn die niet geschikt was voor commercieel gebruik. Halverwege de jaren ´50 kwam het laboratorium met nog een ander experimenteel project, de eerste versie van de Picturephone. Het was een prototype dat in staat was om iedere twee seconden stilstaande beelden via een gewone telefoonlijn te verzenden. De beelden werden vastgelegd door de camera van de Picturephone en overbracht naar een opslagbuis in de telefoon. Daarna werd het via de telefoonlijn met een interval van twee seconden naar de ontvanger gestuurd die de beelden kon bekijken op een kleine televisie. Zo kreeg je aan de andere kant van de lijn dus een soort fotoserie te zien.

Een beter ontwikkelde Picturephone, de Picturephone Mod I, kwam er pas in 1964. Deze versie werd voor het eerst gepresenteerd tijdens de New York World´s Fair in 1964. De bezoekers kregen de mogelijkheid om in een cabine via de telefoon op beeld te praten met iemand die in Disneyland, Californië was. In datzelfde jaar richtte AT&T´s Bell Labs openbare Picturphone-hokjes op in New York, Chicago en Washington D.C. waar mensen drie minuten konden bellen voor 27 dollar. Dat was voor de gemiddelde Amerikaan in die tijd erg veel geld. Het laboratorium deed er alles aan om de Picturephone onder de aandacht te krijgen. Er werd onder andere een telefoontje in scène gezet tussen het laboratorium in New York en Lady Bird Johnson in Washington D.C, maar tevergeefs. Mede door de hoge prijs en het gebruik van reserveringstijden sloeg het systeem niet aan bij de bevolking en sloten de Picturephone-hokjes in 1968 hun deuren. In de eerste zes maanden dat het systeem operationeel was, werden er slechts 71 telefoontjes gepleegd. In het laatste jaar zelfs helemaal geen.

Latere versies van de Picturephone

Maar AT&T´s Bell Labs gaf het nog niet op. Na de Picturephone Mod I volgde in 1970 de verbeterde Picturephone Mod II, speciaal voor gebruik in huis of op het werk. Waar de Mod I alleen te gebruiken was in speciale cabines, kon elk bedrijf of individu nu worden aangesloten op het systeem van de Mod II en werd het makkelijker om vanuit huis of kantoor te bellen.

Maar ook de Mod II werd geen succes. De Mod II was net als de Mod I erg duur. De mensen moesten zo´n 160 dollar per maand betalen voor dertig minuten beltijd. Voor elke minuut die daarbij kwam, moesten ze nog eens 0,25 cent betalen. AT&T´s Bell Labs had naar verluidt berekend dat het in 1980 een miljoen Picturephones verkocht zou hebben, maar dat werden er uiteindelijk maar een handjevol. In 1973 werd de Mod II van de markt gehaald. In de jaren ´90 deed het laboratorium nog een laatste poging met de VideoPhone 2500, die voor het grote publiek beschikbaar was van 1992 tot 1995, maar ook dit werd geen commercieel succes.

Toch een technisch succes

Er zijn een aantal oorzaken aan te wijzen waarom de videotelefoons van AT&T´s Bell Labs niet van de grond kwamen. Natuurlijk lag het aan de hoge prijzen die het lab voor de Picturephones vroeg en de technische mankementen, maar daarnaast werd duidelijk dat mensen er helemaal niet op zaten te wachten om tijdens het bellen op beeld te zijn. Er was toen nog geen vierkantje onderaan het scherm waarop je jezelf kon zien, dus mensen maakten zich druk over hoe ze er op beeld aan de andere kant van de lijn uitzagen. Dit kwam voornamelijk voor in de werksfeer met collega´s, in mindere mate met vrienden en familie.

Maar ondanks de commerciële tegenvallers worden de Picturephone en het onderzoeksprogramma van het AT&T´s Bell Labs gezien als technische successen die de grenzen van de telecommunicatie hebben verlegd. Voornamelijk om de vernieuwende toepassingen waarmee geëxperimenteerd werd. Het gepubliceerde onderzoek van het laboratorium over de mogelijkheden van videobellen maakte de weg vrij voor andere bedrijven om het concept van videobellen verder te ontwikkelen. Als kers op de taart werd het zelfs gebruik in de film 2001: A Space Odyssey.

Videobellen in 2021

Na de komst van het internet was het onderzoek doen naar en het verder ontwikkelen van een beeldtelefoon niet langer nodig. Via internet werd het al snel makkelijk én goedkoop om grote hoeveelheden informatie in real time te verzenden en te ontvangen. We kunnen elkaar nu zien via nieuwe apps op onze laptops, zoals Skype en Zoom, en tijdens het bellen facetimen we via onze geavanceerde smartphones. En in een tijd waarin we allemaal thuiszitten en elkaar niet persoonlijk mogen zien, kunnen we ook niet meer zonder.

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

cover GM3

Het extra dikke nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 18 april. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

De wieg van de Zijderoute

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Piet Hein

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.