Geschiedenis van Mars en zijn Aliens

In Peru is mogelijk een schedel van een Alien gevonden. Drie antropologen uit Rusland en Spanje onderzochten de vondst. Ze concludeerden gezamenlijk dat het niet om een ‘menselijk wezen’ gaat en dat ze nader onderzoek gaan uitvoeren. Al sinds  1854 werd er gesproken over buitenaards leven op de planeet Mars. 

Mars is de vierde planeet vanaf de zon en staat tussen de aarde en Jupiter in. De planeet is al eeuwenlang een mysterie voor astrologen. Zo werd de planeet beschreven door Aristoteles en waren ook de Romeinen gefascineerd door de  planeet, die ze noemden naar hun oorlogsheld ‘Mars’. Eeuwenlang moest men gissen naar het wel en wee van de planeet. Maar daar kwam in de zeventiende eeuw verandering in. Galileo Galilei bekeek Mars door een telescoop, de astronoom Cassini ontdekte poolkappen op de planeet en Christiaan Huygens maakte als eerste een kaart van Mars. Naarmate de telescopen beter werden ontdekten wetenschappers steeds meer over de planeet.

Mars als kleine aarde

Halverwege de negentiende eeuw wisten astronomen dat Mars en de Aarde gelijkenissen vertoonden. Zo duurde een dag op mars bijna even lang als een dag op aarde en kende Mars net als de Aarde seizoenen. Er ontstond een idee van Mars als “Aarde op kleinere schaal”. Aan het begin van de negentiende eeuw werd het idee geboren dat er kanalen op Mars te zien waren. Hoogleraar mineralogie aan de universiteit van Cambridge William Whewell (1794-1866), kwam in 1854 met deze theorie. Hij was van mening dat Mars zeeën, landen en misschien zelfs levensvormen bevatte.

Intelligente Marsbewoners

Sterrenkundige Giovanni Schiaparelli (1835–1910 ) borduurde voort op zijn ideeën. Verschillende astronomen hadden in de 19e eeuw rechte donkere lijnen waargenomen op mars. Schiaparelli legde deze Marskanalen vast op een kaart. Doordat deze lijnen in zeer rechte stromen liepen, gingen sommige wetenschappers ervan uit dat deze lijnen slechts door intelligente Marsbewoners vervaardigd konden zijn. Schiaparelli was zelf van mening dat er water door zijn ‘canali’ stroomde, maar over buitenaardse levensvormen liet hij zich niet uit. In deze tijd hielden meerdere wetenschappers zich bezig met het verhaal van de kanalen.

Mars-Koorts

In navolging van Schiaparelli deed amateurastronoom Percival Lowell jarenlang onderzoek naar dit fenomeen. Hij was er stellig van overtuigd dat de kanalen kunstmatig gegraven waren en veronderstelde dat er sprake moest zijn van een hoogontwikkelde Marsbeschaving. In 1895 publiceerde hij zijn boek Mars, dat door Mars en zijn Kanalen in 1906 werd gevolgd. De Britse schrijver H.G. Wells kwam hierdoor op het idee om een boek te schrijven over een invasie door buitenaardse wezens van Mars op Aarde, The War of the Worlds dat tevens in 1906 gepubliceerd werd. In de Verenigde Staten leidde dit tot een Mars-koorts. Met name nadat het boek in 1938 als hoorspel op de radio kwam, ontstond er grote paniek, omdat veel luisteraars dachten dat het werkelijk mogelijk was dat de aarde zou worden aangevallen door marsmannetjes. Er is echter nooit bewijs gevonden van leven op de planeet Mars.

Niet-menselijk schedel in Peru

In Peru is nu echter een schedel met buitengewone proporties gevonden, waarvan antropologen na kortstondig onderzoek concluderen dat het niet om een menselijk wezen gaat en dat ze nog nooit zoiets hebben gezien. De gemummificeerde schedel werd gevonden in de stad Andahuaylillas in Peru. Het lichaamsdeel is bijna net zo groot als het lichaam dat erbij werd gevonden, dat circa vijftig centimeter groot is. Daarnaast zijn de oogkassen vele malen groter dan normaal is bij mensen en zit er in het schedel een zacht stuk, een fontanel, wat kenmerkend is voor pasgeboren kinderen. De schedel had echter ook twee grote kiezen, die alleen in het gebit van volwassenen gevonden worden. Drie antropologen van Rusland en Spanje concludeerden gezamenlijk dat het om een ‘niet menselijk wezen’ gaat en dat ze nader onderzoek zouden uitvoeren. “Hoewel het onderzoek oppervlakkig was, is het overduidelijk dat de kenmerken niet overeenkomen met welke etnische groep in de wereld dan ook.” voegden ze eraan toe.

Bron: Archeologieonline