Khalifa bin Hamad al-Thani, de sjeik van de modernisatie

In Qatar is oud-emir Khalifa bin Hamad al-Thani op 84-jarige leeftijd overleden. Tijdens zijn reageerperiode van 1972 tot 1995 werd het land flink gemoderniseerd. De exploitatie van gas en olie waren hiervan de oorzaak.

Onafhankelijkheid van Qatar
Op 3 oktober 1971 werd Qatar onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. Qatar leek onderdeel te worden van de Verenigde Arabische Emiraten, maar omdat hier geen overeenstemming over was ging dat niet door. In februari 1972 nam Al-Thani het emiraat van Qatar over van Ahmad bin Ali al-Thani. Het eerste wat de nieuwe sjeik deed was het hervormen van de regering. Hij wees een Minister van Buitenlandse Zaken aan en iets later, in april 1972, wijzigde hij de grondwet en vergrootte hij het kabinet. In 1981 was al-Thani de oprichter van de samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten, waar naast Qatar ook Oman, Bahrein, Koeweit de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië lid van zijn.  Begin jaren negentig werd het kabinet opnieuw vergroot van vijftien tot zeventien ministers.

Keten van de Onafhankelijkheid
De emir stelde in 1978 de Keten van de Onafhankelijkheid in. De Orde van Onafhankelijkheid is de hoogste onderscheiding van Qatar en wordt toegekend aan bevriende staatshoofden. De gouden keten bestaat uit veertien schakels met daarop de symbolen van Qatar. Op het medaillon staat het wapen. In 2011 ontving Prinses Beatrix de Orde van de Onafhankelijkheid tijdens een staatsbezoek aan Qatar.

Qatar schatrijk door gas en olie
Tijdens de regeerperiode van al-Thani werd Qatar door de oplevering van olie en gas in de jaren zeventig schatrijk. Qatar, dat in 1961 lid werd van de OPEC, verhoogde samen met de andere OPEC-leden in 1973 de olieprijs met zeventig procent. Dit leidde in Nederland tot de oliecrisis, maar leverde Qatar veel geld op. Ook de tweede oliecrisis in 1979 zorgde voor veel inkomsten. Daarnaast verdiende Qatar ook veel geld aan gaswinning. De inkomsten uit olie en gaswinning leidden tot modernisering van de golfstaat.

Steun van Verenigde Staten
Qatar is een rijk land, maar ligt wel op een gevaarlijke locatie. Landen waar oorlog gevoerd word zoals als Irak en Syrië liggen dichtbij. Na de oorlog tussen Irak en Iran in de jaren tachtig bezette Irak Koeweit. Na de Koude Oorlog in 1991 werd Koeweit bevrijd en verlieten de Amerikanen Saudi-Arabië. In Qatar, dat nooit door Irak bezet was, bleven de Amerikanen nog wel. Voor Qatar was dit een garantie van vrijheid.

Overeenkomsten met oliebedrijven
In de jaren tachtig maakte al-Thani deals met oliebedrijven. In 1985 werd een overeenkomst getekend met de Standard Oil Company van Ohio en in 1986 met Amoco. In 1991 sloot Qatar een overeenkomst af met de Franse oliemaatschappij Elf Aquitaine. Als gevolg hiervan nam de olieomzet nog verder toe. Begin jaren negentig werd de gaswinning verder opgevoerd en onder het bewind van al-Thani werd de basis gelegd voor de olie-industrie.

Afgezet in 1995
In 1995 werd al-Thani afgezet door zijn zoon, die formeel gezien al de leiding had in Qatar. De afzetting kan daarom niet gezien worden als een revolutie. De sjeik bevond zich op het moment van afzetting in Zwitserland. Al-Thani verbleef negen jaar in ballingschap in Frankrijk voordat hij in 2004 terugkeerde naar Qatar. Tot zijn dood op 23 oktober 2016 leefde een teruggetrokken bestaan. Al-Thani wordt in Qatar gezien als degene die begon met het moderniseringsproces. Vandaag de dag is Qatar met een gemiddeld inkomen van 146.000 dollar per inwoner het rijkste land ter wereld.