Militaire coup in Argentinië

Op 24 maart 1976 plegen militairen in Argentinië een coup. President Isabel Perón wordt afgezet en generaal Jorge Rafael Videla wordt het nieuwe staatshoofd.

Isabel en Juan Perón

María Estela Martínez de Perón werd in 1931 geboren in La Rioja. Zij was de derde echtgenote van de Argentijnse president Juan Perón (1895-1974). Juan was tweemaal president, namelijk van 1946 tot 1955 en van 1973 tot aan zijn dood in 1974.

Isabel en Juan hadden elkaar in Panama ontmoet, waar hij in ballingschap woonde na zijn afzetting in 1955. In 1973 werd de democratie in Argentinië hersteld en kon Juan weer meedoen aan verkiezingen, die hij won. Zijn vrouw werd onder zijn bewind vicepresident.  Isabel volgde haar man op na zijn dood op 1 juli 1974. Hiermee was zij één van de eerste vrouwelijke presidenten ter wereld en de eerste vrouwelijke president van Argentinië.

Militaire coup in Argentinië door generaal Jorge Videla

De twintigste eeuw was politiek gezien een roerige tijd voor Argentinië, zo blijkt wel uit het afzetten van president Juan in 1955. Na het aantreden van zijn vrouw Isabel kreeg haar adviseur José López Rega steeds meer macht, tot onvrede van het leger. De president voelde zich genoodzaakt om Rega te ontslaan, maar het leger vond deze maatregel niet toereikend genoeg.

Op 24 maart 1976 grijpen generaals van de Landmacht, Luchtmacht en Marine de macht. Isabel werd hierbij ontvoerd en afgezet. Enkele dagen later, op 29 maart, werd Jorge Videla benoemd tot nieuwe president. Videla was al in augustus 1975, tegen de zin van Isabel, benoemd tot leider van het leger.

De staatsgreep vond plaats tot opluchting van een grote groep van de bevolking. Tijdens het bewind van Isabel braken stakingen uit en was de inflatie enorm gestegen. Haar regering werd door velen als rampzalig beschouwd.

Militaire junta

Het militaire tijdperk dat vervolgens aanbrak was er echter één van verschrikking. De dictatuur, of junta, duurde zelfs 1983. Het leger hervormde in die jaren de samenleving drastisch. Dit begon met een tijdelijke vervanger van de Grondwet en het vervangen van alle autoriteiten. De hervormingen werden met geweld doorgevoerd en tegenstanders van het regime werden dikwijls omgebracht.

De tijd dat de junta aan de macht was wordt ook wel ‘Vuile Oorlog’ genoemd. Schattingen naar het aantal doden tijdens dit bewind wijzen op een aantal van ongeveer 30.000. Eén methode die werd gebruikt om de lichamen te laten verdwijnen waren de beruchte ‘Dodenvluchten’ waarbij de stoffelijke overschotten vanuit vliegtuigen in zee werden gegooid. 

In 1982 vond de Falklandoorlog plaats die Argentinië van Groot-Brittannië verloor. De junta leed hierdoor enorm gezichtsverlies en kreeg steeds minder steun. Op 30 oktober 1983 vonden presidentsverkiezingen plaats en kwam Raúl Alfonsín aan de macht. Isabel, die tijdens het regime verbannen was naar Spanje, mocht haar geboorteland weer in. Zij bleef echter tot op heden in Spanje wonen.