Geen afbeelding beschikbaar

Religie en de Engelse verlichting

De Europese verlichting was een periode van grofweg de zeventiende tot de negentiende eeuw, die gekenmerkt werd door de (her)waardering van de menselijke rede. Het is enerzijds een intellectuele stroming waarbinnen wordt nagedacht en gediscussieerd over de rol van God en religie in de samenleving. Religiekritiek wordt daarbij niet geschuwd. Anderzijds kan de verlichting worden gezien als een periode van grote sociale hervormingen. Zo werd de gelijkheid tussen mannen en vrouwen wettelijk vastgelegd en streefde men naar democratie.

Het begin van de verlichting

De vraag wanneer of met welke filosoof de verlichting begint, is omstreden. Volgens sommigen begon de verlichting al in de zeventiende eeuw in Nederland, met Baruch de Spinoza (1632-1677). Ook denkt men bij de term ‘verlichting’ al snel aan de Franse revolutie en aan Franse filosofen zoals Rousseau en Voltaire. Daarbij wordt Voltaire vaak genoemd als dé grote verlichtingsfilosoof. De verlichting kreeg in Frankrijk weliswaar een meer radicale, en daarmee gedenkwaardige vorm, het was Voltaire (1694-1778) die het gedachtengoed van de Engelse verlichting bestudeerde en dit in Frankrijk introduceerde.

De eeuw van de rede

De eeuw van de verlichting wordt vaak de ‘eeuw van de rede’ genoemd. Maar de kracht van de menselijke rede was natuurlijk al veel eerder ontdekt dan in de verlichting. Wat was er dan nieuw aan dit tijdperk? Men wilde de religie zelf op de rede grondvesten, en onderzoeken in hoeverre religie rationeel genoemd kan worden. Ook wordt religie onderzocht vanuit een meer historisch perspectief. De filosoof David Hume heeft zich hier uitgebreid mee bezig gehouden.

David Hume

De Schotse filosoof David Hume (1711-1776) bestreed het idee dat religie op rationele gronden kan bestaan. In zijn werk De natuurlijke geschiedenis van de religie concludeert hij dat religie een weerspiegeling is van de menselijke angst over zijn onzekere lot. Religie heeft dus een sentimentele basis en wordt vaak vermengd met fanatisme en dogmatisme. Hume had de negatieve gevolgen van deze sentimentele houding gezien in de godsdienstoorlogen die zich in Engeland hadden afgespeeld. Hij had daarmee een legitieme reden om tegen de uitwassen van religie te strijden. Hume vond ook dat de mens geen religieuze redenen nodig heeft om zedelijk te handelen. Ook deze motivatie lag voor hem vooral in de rede. Hume wijst daarmee religie als moreel kompas volledig af.

Deïsme

Het ideaal om een redelijke religie te willen scheppen, wordt ook wel deïsme genoemd. Veel filosofen in de tijd van de verlichting waren deïsten, in tegenstelling tot wat men soms denkt. Een deïst erkent het bestaan van God als uiteindelijke oorzaak van alles wat bestaat. Men ontkent echter de mogelijkheid van God om in te grijpen in het verloop van de wereld. Daarom bestaan er voor een deïst geen wonderen en wordt ook de openbaring afgewezen. De rede, en niet de openbaring, is de bron van religieuze waarheid.

John Locke

John Locke (1632-1704) was een voorname deïst. In zijn boek De redelijkheid van het christendom stelt hij dat religie op de rede gegrond moet zijn en dat de openbaring aan het oordeel van de rede onderworpen moet worden. Locke vond wel dat het christendom de religie was die nog het meest overeenstemde met de rede. Daarnaast hield Locke zich bezig met het vraagstuk van de religieuze tolerantie. Zijn Brief over de verdraagzaamheid uit 1689 getuigt hiervan. Deze brief, samen met twee andere brieven die Locke over het onderwerp schreef, wordt vaak beschouwd als het startpunt van de verlichting. Het Engelse verlichtingsdenken bleef, ondanks de kritische houding, toch vaak aan traditie verbonden. Engeland kende in die tijd ook een relatief grote maatschappelijke en politieke vrijheid. Deze vrijheid werd, samen met het gedachtengoed van de Engelse filosofen een voorbeeld voor de Franse filosofen Voltaire en Montesquieu. In Frankrijk zou het verlichtingsdenken tot grotere en radicalere maatschappelijke veranderingen leiden.

Bronnen:

 

- Hans Joachim Störig: Geschiedenis van de filosofie, 2005.

- David Hume: De natuurlijke geschiedenis van de religie, 2011.

- John Locke: A Letter Concerning Toleration, 2010.

- John Locke: The Reasonableness of Christianity, 2010.

- Afbeelding: Wikimedia.

 

 

Ook interessant: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

cover GM3

Het extra dikke nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 18 april. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Piet Hein

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Saga vikingen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

De wieg van de Zijderoute

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

GM 2 cover - nu in de winkel

Het tweede nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt