Spaanse griep

Wat deed de Nederlandse overheid tijdens de Spaanse Griep?

Vandaag de dag wordt er nog maar weinig aandacht aan besteed, maar de Spaanse Griep van 1918 was de grootste medische ramp uit de recente geschiedenis. Naar schatting kwamen er wereldwijd ongeveer 56 miljoen mensen om het leven. Ook in Nederland zorgde de Spaanse Griep voor een grote landelijke crisis waarbij in totaal 38.000 mensen om het leven kwamen. Wat deed de Nederlandse overheid om de verspreiding van het virus tegen te gaan?

Toen het Spaanse Griepvirus h1h1 in Europa zijn intrede deed, was de Eerste Wereldoorlog nog in volle gang. In legerkampen en hospitalen zaten tienduizenden mannen dicht op elkaar gepakt, vaak in slecht geventileerde, onhygiënische en bedompte omstandigheden. Mede hierdoor kon het virus razendsnel om zich heen grijpen en wereldwijd veel slachtoffers maken.\

Spaanse Griep uit Spanje?

In tegenstelling tot wat de naam doet denken, vond het virus waarschijnlijk zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Hier is in ieder geval het eerste slachtoffer van het virus gedocumenteerd. Vermoedelijk is dus het virus naar Europa gekomen via Amerikaanse soldaten die de oceaan overstaken. In eerste instantie waren er alleen besmettingen aan geallieerde zijde, maar door het nemen van krijgsgevangenen moesten de Centralen het uiteindelijk ook ontgelden. Vanwege perscensuur tijdens de oorlog werd nieuws over het virus in alle strijdende landen onderdrukt. Behalve in het neutrale Spanje, waar wél over het virus bericht werd. Waarschijnlijk heeft dit de indruk gewekt dat het virus in Spanje ontstaan is.

Intrede in Nederland

Een pamflet uit 1918 met de titel ‘De Spaansche Ziekte’ meldt “Den 28ste mei bereikt ons uit Spanje het bericht dat daar een geheimzinnige ziekte was uitgebroken, die snel om zich heen greep, in alle kringen zijn intrede deed, zoodat ook de koning en verschillende ministers door de kwaal werden aangegrepen en dus zich in de eerste oogenblikken als zeer ernstig deed aanzien.” Op 11 juli van datzelfde jaar worden de eerste gevallen van de gevreesde ziekte in Nederland gemeld. In eerste instantie waren het voornamelijk grensarbeiders, mijnwerkers en gemobiliseerde soldaten die besmet raakten, maar al snel verspreid het virus zich door de gehele Nederlandse bevolking.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Eerste reactie Nederlandse overheid

Net als tijdens de coronacrisis was het voor de Nederlandse overheid in eerste instantie niet duidelijk hoe ze de bestrijding van het virus aan moest pakken. Er werd geadviseerd om besmettings- en sterftegevallen te documenteren en om goede hygiëne in acht te nemen. Ook werd aangeraden om binnenruimtes goed door te luchten. Verder konden er eigenlijk geen maatregelen genomen worden vanuit de centrale overheid. Zaken aangaande volksgezondheid werden destijds op gemeentelijk niveau bepaald. Bovendien was snelle landelijke coördinatie ook helemaal niet mogelijk, aangezien veel gemeentehuizen niet eens telefoon hadden.

Tweede golf

Het virus had een grote ontwrichtende werking op de Nederlandse samenleving. Vooral in het najaar van 1918, toen er een tweede golf van de ziekte in gemuteerde vorm plaatsvond. Dit gemuteerde virus was veel dodelijker. Geïnfecteerden kregen koorts, kregen vervolgens last van bloedingen uit de mond neus en oren en hadden last van verschrikkelijke hoestbuien te verduren die hun longen flink beschadigden. Uiteindelijk zou de patiënt vaak als gevolg van zuurstoftekort een langzame pijnlijke verstikkingsdood sterven. Een Amsterdamse arts beschreef de ziekte als volgt: ‘De dood laat dan nog slechts een paar uur op zich wachten en dien tijd wordt gevuld met een gevecht om een paar happen lucht totdat ze stikken in hun eigen bloed. Vreeselijk is het.’

Maatregelen van de overheid

Pas tijdens deze tweede golf werden er pas echt publieke maatregelen genomen, al verschilden de maatregelen van gemeente tot gemeente. Bioscopen en toneelzalen sloten veelal de deuren. Bedrijven en winkels open mochten echter vaak nog wel open blijven. Spotevenementen werden over het algemeen niet afgelast aangezien deze zich in de buitenlucht afspeelden. Men hechtte destijds een grote waarde aan de gezonde invloed van verse lucht en men was zich er nog niet van bewust dat het virus zich ook buiten gemakkelijk kon verspreiden. Veel artsen vonden dat scholen de deuren moesten sluiten, maar ook toen klonken er tegenargumenten. De klaslokalen waren immers over het algemeen beter geventileerd dan de bedompte, kleine woningen waarin gezinnen met veel kinderen vaak in woonden. Uiteindelijk besloten veel gemeentes toch de scholen te sluiten. Ook werden kerkdiensten ingekort en werden mensen met besmette familieleden vaak gevraagd niet naar de kerk te komen.

Overschaduwd door de Eerste Wereldoorlog

Het feit dat de centrale overheid ook tijdens de drastische toename van het aantal doden alsnog lokaal bestuur aan zijn lot overliet, is deels te verklaren vanuit het feit dat er zich op dat moment belangrijkere zaken speelden. Op 11 november van 1918 kwam er bijvoorbeeld een einde aan de Eerste Wereldoorlog en moest de economische wederopbouw beginnen, ook in Nederland. Kort daarna kreeg de Nederlandse overheid een asielaanvraag van de Duitse keizer. Dan was er ook nog de socialistische SDAP-partijleider Pieter Jelles Troelstra die revolutie in Nederland verklaarde waartegen opgetreden moest worden. Veel belangrijke politieke zaken trokken op dat moment dus de aandacht van de centrale overheid. Dat verklaart gelijk ook waarom de Spaanse griep in de geschiedenisboeken vaak maar kort genoemd wordt: de dodelijke pandemie werd compleet overschaduwd door de Eerste Wereldoorlog en de nasleep daarvan.

Bron: Andere Tijden, Historisch Nieuwsblad, NewScientist, Het Parool.

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.