Adolf Hitler bezoekt Parijs in 1940

Adolf Hitler bracht in 1940 een bezoek aan Parijs. De reis werd uitgebreid gefilmd en gefotografeerd. Na afloop van deze korte stedentrip schijnt Hitler het volgende gezegd te hebben: “Het was de droom van mijn leven om Parijs te zien. Ik kan niet zeggen hoe blij ik ben dat ik deze droom eindelijk in vervulling heb zien gaan.”

Na de Duitse bezetting van Parijs in juni 1940 maakte Hitler met zijn favoriete architect Albert Speer (links op de foto) en beeldhouwer Arno Breker (rechts) een tocht door Parijs. In de vroege ochtend van zondag 23 juni 1940 kwam de Führer met zijn gezelschap aan op vliegveld Le Bourget. Daarna reden de drie heren in een grote zeswielige Mercedes cabriolet door de stad. In zijn memoires schreef Speer dat ze ‘meteen naar de Opera van Parijs reden, het grote neobarokke gebouw van architect Charles Garnier. Dit was Hitler’s favoriet en het eerste dat hij wilde zien.’

Daarna vervolgde het gezelschap hun tochtje richting het centrum van Parijs. Ze stopten bij de Eiffeltoren. Net voordat Frankrijk bezet was door de nazi’s hadden de Parijzenaars de kabels van de liften in de toren doorgesneden. Vanwege de grondstoffenschaarste was er geen materiaal beschikbaar om de liften op tijd te repareren, zodat Hitler de trap zou moeten nemen naar de top. Hitler besloot echter aan de grond te blijven, en daarom werd er wel eens gezegd dat Hitler heel ‘Frankrijk veroverde, behalve de Eiffeltoren’. Hitler had grote bewondering voor de architectuur van Parijs. In zijn jeugd had hij er al van gedroomd de stad eens te zien. Toen de Mercedes een rondje om het Place de la Concorde reed, stond hij zelfs op uit zijn zetel om de omgeving nog beter te kunnen bekijken.

Hitler nam zijn architect en beeldhouwer mee naar Parijs zodat zij inspiratie op konden doen voor een nieuw ontwerp voor Berlijn, dat Parijs ruimschoots moest overtreffen. Volgens aantekeningen van Speer zei Hitler dat ‘als we klaar zijn in Berlijn, zal Parijs slechts een schaduw zijn.’ Ondanks zijn liefde voor de stad gaf Hitler in augustus 1944 de militair gouverneur van Parijs, Dietrich von Choltitz, de opdracht om de Eiffeltoren en de rest van de stad te vernietigen. Von Choltitz gehoorzaamde niet, en gaf zich op 25 augustus 1944 over aan de geallieerden. De stad Parijs bleef daarmee gespaard van totale verwoesting.