De tempels van Aboe Simbel

Dat de goden belangrijk waren voor de oude Egyptenaren blijkt wel uit de immense bouwwerken en standbeelden die zij voor hen bouwden. Ook de Farao werd in het oude Egypte tot een goddelijke status verheven. De tempels van Aboe Simbel zijn hiervan een goed voorbeeld.

De bouw van de tempels van Aboe Simbel

Farao Ramses II liet aan het begin van zijn regeerperiode twee grote tempels uithakken uit een berg in Aboe Simbel. De kleinere tempel was gewijd aan zijn echtgenote Nefertari en de godin Hathor. De grootste tempel was gewijd aan Ramses zelf en de goden Ra-Horachte, Amon-Ra en Ptah. Aan de façade van de grootste tempel liet hij vier beelden van twintig meter hoog uithakken waarop de Farao zittend afgebeeld werd. Op de Façade van de kleinere tempel is nogmaals Farao Ramses II te zien, afgebeeld samen met zijn vrouw Nefetari.

De tempels in gebruik

Waar de tempels voor werden gebruikt valt niet met zekerheid te zeggen, maar uit de schilderingen aan de binnenkant van de tempel valt af te leiden dat de overwinningen van Ramses II bij deze tempels werden gevierd en herdacht. Zo is er in een van de ruimtes binnenin de tempel een schildering te zien van de slag bij Kadesj.

Ontdekking van de tempels

De tempels van Ramses II raakten vergeten en bedolven onder een dikke laag zand. Pas in 1813 ontdekte de Zwitserse ontdekkingsreiziger Johann Ludwig Burckhardt de tempel opnieuw. Door de grote hoeveelheid zand was het echter onmogelijk om de tempel te betreden. In 1815 wisten William John Bankes en Giovanni Finati de kleine tempel en in 1817 de grote tempel te betreden.

Tempels verplaatsen

In 1958 werd over de Nijl de Aswandam gebouwd. Doordat er door de bouw van de dam een gigantisch stuwmeer ontstond, kwamen dorpen en archeologische vindplaatsen in Egypte in gevaar. In de jaren 60 van de vorige eeuw werd de tempel verplaatst om deze te beschermen tegen het stijgende water van het Nassermeer. In 1958