Akkoord van Achterveld

Het Akkoord van Achterveld (1945): de Duitsers staan voedselhulp toe aan het lijdende West-Nederland

Op 28 en 30 april 1945 sloten de geallieerden en de Duitse autoriteiten het Akkoord van Achterveld, met als doel om het westelijke deel van Nederland, dat leed onder een ernstig tekort aan voedsel en brandstof, voedselhulp te bieden. Het nevendoel van de geallieerden was om ook de capitulatie van de Duitsers af te dwingen. Hoe verliepen deze onderhandelingen en hoe kwam het akkoord uiteindelijk tot stand?

De bevrijding van Nederland ging op 12 september 1944 van start, toen de Amerikanen hun opmars maakten in Limburg. Vijf dagen daarna, op 17 september, werd ook een gedeelte van Noord-Brabant en Gelderland bevrijd tijdens Operatie Market Garden. Het offensief kwam uiteindelijk op 25 september ten einde na de Slag om Arnhem, maar in de maanden daarna, na ook de Slag om de Schelde te hebben gewonnen, wisten de geallieerden toch de rest van Nederland onder de rivieren te bevrijden.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


De hongerwinter

Nadat het de geallieerden niet was gelukt om ook het noordelijke deel van Nederland te bevrijden, werd de oorlogsellende in deze gebieden alleen maar erger. Vooral het westelijke deel van Nederland had het zwaar. Met name in de grote steden kregen de mensen tijdens de extreem koude wintermaanden te maken met grote tekorten aan brandstof en voedsel, met als gevolg een grote hongersnood. Later werden er drie hoofdfactoren aangewezen die dit tekort veroorzaakten, zo was er door de bevrijding van het zuidelijke deel van Nederland geen aanvoer meer van steenkool uit de Limburgse mijnen, door de Algemene Spoorwegstaking lag al het transport in Nederland een aantal weken stil en hierdoor kwamen er weer Duitse represailles. De Duitsers blokkeerden na de staking zes weken lang het vervoer van voedsel naar het westelijke deel van Nederland.

Er vielen tijdens deze hongerwinter zo´n twintigduizend doden. De noodzaak groeide om snel iets aan de tekorten te doen en de oorlog te beëindigen, dit laatste wilden natuurlijk vooral de geallieerden.

Aanloop naar het Akkoord van Achterveld

Er werd al wel tijdens het hoogtepunt van de hongernood voedselhulp vanuit het buitenland geboden. Via zeetransport werd er onder andere Zweeds meel naar Nederland vervoerd, zodat de bakkerijen hier later het beroemde Zweedse wittebrood van konden maken. Maar de distributie van deze voedselmiddelen verliep echter moeizaam. Daarom wilden de geallieerden dat er voedsel werd gedropt vanuit vliegtuigen en werd aangevoerd door vrachtwagens.

Dit leidde tot geheime onderhandelingen in Den Haag tussen hooggeplaatste Duitsers en het College van Vertrouwensmannen. Het college stond in direct contact met de Nederlandse regering en de hoogste leiding van de geallieerden. Het kabinet was eigenlijk tegen het onderhandelen met de Duitsers, maar maakte een uitzondering door de ernstige voedselschaarste. De geallieerden en de Nederlandse regering wilden dat de voedselhulp al kwam vóór de definitieve bevrijding en de Duitsers wilden op hun beurt voorkomen dat de geallieerden de Randstad zouden aanvallen. Zo´n aanval zou voor veel doden zorgen, zowel onder soldaten als onder burgers. 

Uiteindelijk kwamen zij tot het besluit om op 28 en 30 april te onderhandelen over het wel of niet verschaffen van voedselhulp. De opmars van de geallieerden zou hierbij voorlopig worden stopgezet. Tijdens deze onderhandelingen zouden de geallieerden ook nog een ander doel hebben: de capitulatie van de Duitsers afdwingen.

De onderhandelingen in Achterveld

Er werd besloten om de onderhandelingen te houden in de St. Jozefschool in het Utrechtse Achterveld. Dit was een geschikte plek, omdat het tussen de linies lag, in gebied dat noch door de Duitsers, noch door de geallieerden volledig was bezet. Er waren delegaties aanwezig uit Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Rusland. Seyss-Inquart was zelf niet aanwezig bij deze onderhandelingen, hij stuurde zijn plaatsvervanger Ernst Schwebel en de Duitse ambtenaar Friedrich Plutzar, die goed Engels sprak. De geallieerden namen deel aan de onderhandelingen onder leiding van de Amerikaanse Walter Bedell Smith, de vertegenwoordiger van generaal Dwight D. Eisenhower.

Akkoord van Achterveld

De ontmoetingen tussen de partijen waren topgeheim. Bij de eerste ontmoeting op 28 april werden alle kapotgeschoten ramen van het schoolgebouw afgeplakt en werden alle straten afgesloten. Niemand mocht weten dat de partijen in het gebouw aan het onderhandelen waren. De ontmoeting op 28 april diende als een voorbespreking, de Duitsers werden geblinddoekt naar de school geleid. Er werd uitvoerig over de voedseltransporten gesproken en de partijen werden het erover eens dat er noodhulp moest komen in noordwest-Nederland. De aanvoer van het voedsel zou zowel via de lucht als over de grond plaatsvinden, mits de geallieerden de Randstad niet meer aanvielen. De geallieerden deden tijdens de onderhandelingen nog wel een poging om de Duitsers richting een capitulatie te duwen, maar tevergeefs. Schwebel wilde van niets weten. De onderhandelingen duurden deze dag slechts een half uur.

Op 29 april gingen uiteindelijk de eerste voedseltransporten van start, onder de naam Operatie Manna. Die operatie kon pas de dag na de onderhandelingen van start gaan, omdat het op 28 april erg slecht weer was.

De tweede ontmoeting

De tweede ontmoeting vond op 30 april plaats, wederom in Achterveld. Bij deze ontmoeting was Seyss-Inquart wel aanwezig, evenals Prins Bernhard als bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten. De geallieerden hadden geëist dat Seyss-Inquart dit keer wel persoonlijk aanwezig was, omdat alleen met hem concrete afspraken gemaakt konden worden. Het voedseltransport was inmiddels succesvol van start gegaan, dus de geallieerden zagen tijdens deze ontmoeting meer ruimte voor onderhandelingen over een mogelijke capitulatie van de Duitsers. Volgens de geallieerden was de positie van de Duitsers in het westelijke deel van Nederland uitzichtloos en hadden ze geen andere keus dan zich over te geven en de oorlog te beëindigen. De mensen in met name West-Nederland hadden immers al genoeg geleden.

Maar de Duitsers zagen dit anders, wederom wilde Seyss-Inquart hier niets van weten, tot grote woede van Bedell Smith. Bedell Smith dreigde met het feit dat Seyss-Inquart persoonlijk verantwoordelijk zou worden gehouden voor alle Nederlandse doden die nog zouden vallen en daarom zonder twijfel zou worden geëxecuteerd. Hierop antwoordde de Duitse Rijkscommissaris enkel: ´Dat laat me koud´.

Akkoord van Achterveld

Uiteindelijk werd het Akkoord van Achterveld op 1 mei 1945 ondertekend door de Duisters en de Britten. De Nederlanders weigerden het akkoord te ondertekenen uit protest over het uitblijven van de capitulatie. In het akkoord werden de details vastgelegd over de aanvoer van voedsel naar de Randstad. De dag daarna, op 2 mei, was er nog een derde ontmoeting tussen de partijen om het Akkoord van Achterveld definitief te ratificeren. Dit gebeurde echter niet in Achterveld, maar in Wageningen.

De bevrijding van Nederland

Wageningen was ook de plek waar op 5 mei 1945 de capitulatiebespreking plaatsvond. De dag daarvoor hadden de Duitse troepen zich al overgegeven in Nederland. Op 5 mei werd in Hotel De Wereld door de Canadese generaal Charles Foulkes, de Duitse opperbevelhebber Johannes Blaskowitz en prins Bernhard de uitwerking van de capitulatie besproken en het capitulatiedocument opgezet.

Hoewel we in Nederland op 5 mei Bevrijdingsdag vieren, werd het document pas op 6 mei officieel door de Duitsers ondertekend, waarmee ze zich definitief overgaven. Het Akkoord van Achterveld heeft dus niet alleen voedselhulp mogelijk gemaakt voor het westelijke deel van Nederland, maar het vormde ook de opmaat voor de uiteindelijke overgave van de Duitsers in ons land.

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Geschiedenis magazine 3 van 2024 nu in de winkel

Het derde nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis Magazine 4

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 30 mei. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Nieuw-Guinea, 1942: de bloedige strijd om de Kokoda-trail

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.