Katholieke broeder liet gehandicapte jongens sterven in Heel

"Hij wist zelf ook niet meer wat hij op de overlijdensaktes moest schrijven"

Uit een onderzoek van het Limburgs Dagblad blijkt dat een broeder van een katholieke zwakzinnigeninstelling in Heel verantwoordelijk was voor het overlijden van tientallen jongens op zijn afdeling. De afdelingsarts tekende destijds de verklaringen dat de jongens een natuurlijke dood waren gestorven, maar het onderzoek werd heropend toen de commissie Deetman naar seksueel misbruik in de katholieke kerk zocht en op het sterftecijfer stuitte.

De in 1917 in Brunssum geboren broeder Andreas werkte van 1952 tot 1954 in zwakzinnigeninstelling Sint Joseph in Heel. Dit klooster werd in 1908 gesticht voor de verzorging van mannelijke geestelijk gehandicapte patiënten. Hoewel de gehandicapten op de afdeling van Andreas van een dusdanig niveau waren dat ze weinig meer konden dan eten en slapen, werkte hij alleen op zijn afdeling.

Tijdens zijn loopbaan in de Sint Joseph instelling werd het sterftecijfer abnormaal hoog. Het exacte dodental is niet bekend, maar het Limburgs Dagblad liet weten dat het in de tientallen liep. Het is onduidelijk of broeder Andreas de gehandicapten actief om het leven heeft gebracht, of dat hij ze door verwaarlozing heeft laten overlijden. In 1954 werd Andreas door zijn orde verantwoordelijk gehouden voor de dood van de gehandicapte jongens. Hij werd overgeplaatst naar Huize Savelberg in Koningslust, een andere katholieke zorginstelling. De kwestie werd echter in de doofpot gestopt.

In 2010 begon een onderzoekscommissie onder leiding van oud-politicus Willem Deetman onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek te doen naar seksueel misbruik binnen de Nederlandse Rooms-katholieke Kerk in de periode 1945-2010. Vorig jaar stuitte de commissie in de archieven van het bisdom Roermond op de opvallende sterftecijfers van de Sint Joseph instelling. De commissie Deetman overhandigde deze gegevens aan justitie, maar de feiten kunnen niet tot vervolging leiden. Alle betrokkenen zijn inmiddels overleden en omdat de rechter hierdoor geen oordeel mag vellen, kan justitie broeder Andreas niet als dader aanwijzen.